Fiscale tips en belastingadvies

Iemand uit je omgeving overlijdt; wat moet je regelen bij de Belastingdienst?

23-01-2023

Wanneer er iemand in je omgeving overlijdt, moet er een hoop geregeld worden. Het is logisch dat het regelen van belastingzaken dan niet één van de eerste dingen is waaraan je denkt. Dat begrijpt de Belastingdienst goed. Om je te helpen biedt de Belastingdienst informatie op maat voor iedereen die een naaste verliest en geeft hieronder antwoord op zes veelgestelde vragen.

1. Moet ik een overlijden doorgeven aan de Belastingdienst?
Nee, de Belastingdienst wordt hier door je gemeente van op de hoogte gebracht. Een overlijden hoef je dus niet zelf door te geven.

2. Hoe geef ik een contactpersoon door aan de Belastingdienst?
Kort na het overlijden stuurt de Belastingdienst een brief naar het adres van de overledene. Daarin vraagt de Belastingdienst je om een contactpersoon door te geven. Zo kan de Belastingdienst post sturen naar de juiste persoon. Het is belangrijk om dit snel te doen. Ook als je op hetzelfde adres blijft wonen als de overledene, bijvoorbeeld omdat je samenwoonde.

3. Wat is de nabestaandenmachtiging?
Met de nabestaandenmachtiging kun je belastingzaken en toeslagen van een overledene online regelen. De machtiging is digitaal en wordt aan je DigiD gekoppeld. Je kunt een nabestaandenmachtiging aanvragen via het online formulier ‘Aanvraag nabestaandenmachtiging’.

4. De overledene kreeg ook toeslagen. Wat moet ik daarmee doen?
Wanneer alle gegevens bekend zijn, krijgen erfgenamen een definitieve berekening van de toeslagen.

  • Heeft de overledene te weinig gekregen? Dan betaalt de dienst Toeslagen het verschil alsnog aan de erfgenamen uit.
  • Heeft de overledene te veel gekregen? Dan moeten de erfgenamen dit bedrag terugbetalen.
  • Als je partner overlijdt, zet de dienst Toeslagen de toeslagen die op naam van de overledene stonden, over op naam van de achterblijvende partner. En staan de toeslagen al op naam van achterblijvende partner? Dan kan het toeslagbedrag veranderen.

Het inkomen van een achterblijvende partner verandert soms door een overlijden, bijvoorbeeld door een nabestaandenpensioen of doordat de hoogte van de AOW verandert. Check daarom zo snel mogelijk op toeslagen.nl of de gegevens van de achterblijvende partner kloppen. En had achterblijvende partner samen met de overledene nog geen toeslagen? Misschien heeft de achterblijvende partner daar nu wel recht op. Maak een proefberekening op toeslagen.nl.

5. Moet ik aangifte inkomstenbelasting doen voor de overledene?
Je krijgt automatisch bericht als je aangifte inkomstenbelasting voor de overledene moet doen. In veel gevallen doe je aangifte over het jaar van overlijden. En als dat nog niet gedaan is, moet je soms ook aangifte doen over het voorgaande jaar.

Een voorbeeld: als de overledene in februari 2023 overleed, dan doe je aangifte over het jaar 2022 én over de maanden januari tot en met februari 2023. 

De uitnodiging om aangifte inkomstenbelasting te doen over het vorige jaar komt altijd in februari. De uitnodiging voor het doen van de aangifte over het jaar van overlijden komt binnen 5 maanden na het overlijden. Als je na 5 maanden niets hebt ontvangen, kun je contact opnemen met de Belastingdienst voor een aangifte.

6. Wat is het verschil tussen erfbelasting en inkomstenbelasting?
Inkomstenbelasting betaal je namens (en met het vermogen van) de overledene over het salaris, pensioen of ander inkomen en vermogen van de overledene tot het moment van overlijden. Daarnaast kan het zijn dat jezelf erfbelasting moet betalen. Bijvoorbeeld als je een geldbedrag of een waardevol kunstwerk erft. De belasting die je moet betalen hangt af van de waarde van de verkrijging (erfenis) en je relatie tot de overledene. Binnen vier maanden na overlijden stuurt de Belastingdienst een brief. In de brief staat wanneer je aangifte erfbelasting moet doen. Wij kunnen een aangifte erfbelasting voor je verzorgen. 

Bron: RB

Zonnepanelen op uw bedrijfspand

09-01-2024

Zonnepanelen op uw bedrijfspand? Voor kleinverbruikers met een aansluiting van maximaal 3 x 80A is er dit jaar de Energie-investeringsaftrek (EIA). Wanneer u een grootverbruiker bent met een aansluiting groter dan 3 x 80A, kunt u gebruikmaken van de SDE++. Het is raadzaam om vooraf na te kijken of u aan de voorwaarden voor subsidie voldoet. 

EIA

Heeft u een overeenkomst voor zonnepanelen afgesloten, dan moet u dit binnen drie maanden bij RVO.nl melden om in aanmerking te komen voor de EIA. De zonnepanelen moeten op het bedrijfspand komen te liggen, moeten minimaal 15 kWp piekvermogen hebben en u moet een kleinverbruikaansluiting hebben (maximaal 3 x 80A). Ook zogenoemde voortbrengingskosten (inzet eigen personeel, eigen materialen en werkzaamheden door derden) komen in aanmerking, maar daar geldt wel een andere aanmeldingstermijn voor.

SDE++

De SDE++ is een exploitatiesubsidie. Het vergoedt het verschil tussen de kostprijs en de opbrengst (onrendabele top) voor een periode van 12 of 15 jaar. Het piekvermogen moet minimaal 15 kWp zijn en u moet een grootverbruikaansluiting hebben (> 3 x 80A).

Bron: Tips & Advies

Fiscale bedragen voor 2024 bekend

28-12-2023

Het ministerie van Financiën en de Belastingdienst hebben op basis van de jaarlijkse indexatiefactor (tabelcorrectiefactor) diverse fiscale bedragen en percentages bekend gemaakt. De hoogte van de bedragen en percentages in de arbeidskorting worden voor 2024 naast bovengenoemde indexatiefactor mede bepaald aan de hand van de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon (WML) per 1 januari 2023 van € 1.934,40 en per 1 januari 2024 van € 2.069,40.

Arbeidskorting

Voor de arbeidskorting in 2024 gelden na indexatiefactor en beleidsmatige wijzigingen de volgende bedragen en percentages:

  • Tot en met een arbeidsinkomen van € 11.490 per jaar geldt een arbeidskorting van 8,425% van het arbeidsinkomen, met een maximum van € 968.
  • Bij een arbeidsinkomen van meer dan € 11.490 tot en met € 24.820 per jaar geldt een arbeidskorting van € 968 vermeerderd met 31,433% van het arbeidsinkomen boven die € 11.490, met een maximum van in totaal € 5.158.
  • Bij een arbeidsinkomen van meer dan € 24.820 tot en met € 39.957 per jaar geldt een arbeidskorting van € 5.158 vermeerderd met 2,471% van het arbeidsinkomen boven die € 24.820, met een maximum van in totaal € 5.532.
  • Bij een arbeidsinkomen van meer dan € 39.957 per jaar wordt de berekende arbeidskorting van € 5.532 verminderd met 6,510% van het arbeidsinkomen boven die € 39.957.
  • De arbeidskorting is volledig afgebouwd bij een arbeidsinkomen vanaf € 124.934.

Eigenwoningforfait

De wettelijke indexering van het eigenwoningforfait vindt plaats aan de hand van de ontwikkeling van het indexcijfer van de woninghuren en de ontwikkeling van de woningwaarden. Voor de indexatie per 1 januari 2024 zijn de woninghuren gestegen met 1,99% en zijn de woningwaarden gestegen met 2,8%. Het op basis hiervan geïndexeerde eigenwoningforfait wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van 0,05%-punt. Voor 2024 komt het eigenwoningforfait uit op 0,35%, welke gelijk is aan het eigenwoningforfait in 2023.

Forfaitaire rendementen box 3

De forfaitaire rendementen in box 3 bestaan met ingang van 1 januari 2023 uit drie categorieën: banktegoeden, schulden en overige bezittingen. De definitieve forfaits voor banktegoeden en schulden voor het jaar 2023 worden in het eerste kwartaal van 2024 door middel van een ministeriële regeling vastgesteld. Het voorlopige forfait voor banktegoeden bedraagt voor 2024 1,03%. Het voorlopige forfait voor schulden 

bedraagt voor 2024 2,47%. Voor de overige bezittingen is het percentage voor 2024 al definitief vastgesteld op 6,04%.

Gebruikelijke loon dga

Per 1 januari 2024 stijgt het normbedrag voor de vaststelling van het gebruikelijk loon van een dga fors van € 51.000 (2023) naar € 56.000 (2024).

Loon voor de 30%-regeling

De aftopping van het loon voor de 30%-regeling bedraagt voor 2024 € 233.000. Het minimale loon voor een werknemer met een specifieke deskundigheid is € 46.108 en voor een ingekomen werknemer die nog geen 30 jaar is € 35.048.

Afkoop kleine lijfrente

Als afkoopgrens voor lijfrente houdt de Belastingdienst in 2024 € 5.364 aan. Lijfrentes met een uitkeringsbedrag tot die grens mag je zonder betaling van revisierente afkopen. Dit bedrag geldt voor alle lijfrentes die je hebt lopen bij elkaar opgeteld.

Vrijwilligersvergoeding

De onbelaste vrijwilligersvergoeding bedraagt voor 2024 maximaal € 2.100 per jaar. Op maandbasis bedraagt de onbelaste vrijwilligersvergoeding € 210.

Thuiswerkvergoeding

Vanaf 1 januari 2024 mag een werkgever een forfaitair bedrag van € 2,35 (2023: € 2,15) per thuisgewerkte dag, daaronder begrepen een gedeelte van een thuiswerkdag, onbelast vergoeden aan een werknemer.

Meer informatie: Rijksoverheid

Bron: RB

Let op de fiscale gevolgen van een personeelsfeest

21-12-2023

Veel bedrijven hebben te maken met personeelstekorten. Het vasthouden van het huidige personeel is dus van groot belang. Een kerst- of nieuwjaarsborrel kan de band met uw onderneming versterken. Wat moet u hiervan fiscaal weten?

Tot de invoering van de werkkostenregeling kon u als werkgever tot een maximum van € 454 per jaar uw werknemer laten feesten. Een dergelijke verstrekking werd dan niet als loon aangemerkt. Onder de werkkostenregeling is deze regeling echter vervallen en kan een personeelsfeest veel sneller tot belastingheffing leiden. 

De kosten van een personeelsfeest zijn namelijk in beginsel belast loon. Deze heffing kan bij uw werknemer worden voorkomen door de kosten als eindheffingsbestanddeel op te nemen in de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt berekend over uw totale loonkosten van een boekjaar. De volgende percentages gelden voor 2023 en 2024:

  Loonkosten tot en met € 400.000 Loonkosten boven de € 400.000
2023 3,00% 1,18%
2024 1,92% 1,18%

Zijn uw totale loonkosten voor het huidige jaar € 150.000. Dan is de vrije ruimte dus € 4.500. Wanneer uw kosten die u als eindheffingsbestanddeel wilt laten aanmerken groter zijn dan de vrije ruimte, dan wordt u als werkgever geconfronteerd met een belastingheffing van 80% over dit meerdere.

Op de werkplek

Gelukkig is daar wel iets op te verzinnen. Allereerst leidt een personeelsfeest dat plaatsvindt op de werkplek, niet tot een forse belastingheffing. De kosten van het feest worden namelijk op nihil gewaardeerd. U mag dan een kiezen voor een bedrijfslocatie waarvoor u arbo-verantwoordelijk bent. Dit hoeft niet per se op kantoor, maar kan ook in een loods of bijgebouw plaatsvinden of in de tuin bij uw kantoor. 

De fiscale nihilwaardering geldt niet voor de maaltijden en drankjes die u tijdens het feest laat serveren. Hiervoor geldt een normbedrag van € 3,35 per persoon. 

Op een andere locatie

Vindt u het feestelijker om op een andere locatie bijeen te komen, dan geldt er geen nihilwaardering. Alle daadwerkelijke kosten van het feest moeten dan in de vrije ruimte worden opgenomen (als eindheffingsbestanddeel) om belastingheffing te voorkomen. Dit geldt ook voor de kosten van maaltijden en drankjes. 

Als u toch buiten de werkplek een feest wilt houden, is het raadzaam om goed te kijken naar de inhoud van het feest. Wellicht vinden er ook teambuildings- of trainingsactiviteiten plaats. Deze zaken kunnen onbelast worden verstrekt. De kosten kunnen dan worden gesplitst in een feestelijk en een educatief deel. 

Stel, u organiseert voor alle 15 werknemers en hun partners een kerstfeest. De maaltijden en drankjes kosten u € 500. Daarnaast komt er een lokaal bekende artiest optreden voor € 500. Als u dit feest op de werkplek organiseert, hoeft u fiscaal alleen rekening te houden met het normbedrag voor de maaltijden. In de vrije ruimte neemt u dan een bedrag op van € 3,35 x 30 = € 100,50. Wordt het feest op een andere locatie georganiseerd, dan moeten de werkelijke kosten, ad € 1.000 in de vrije ruimte worden opgenomen. Beschikt uw onderneming over onvoldoende vrije ruimte, dan bent u hierover 80% eindheffing verschuldigd.

Hoe zit het met de btw?

Let op de verrekenbaarheid van de btw bij een personeelsfeest. De btw op de kosten mag in beginsel niet verrekend worden, tenzij er aan een personeelslid op jaarbasis voor niet meer dan € 227 wordt verstrekt. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met andere verstrekkingen, zoals een kerstpakket of andere geschenken. 

Neem gerust contact met ons op indien u vragen heeft betreffende bovenstaande.

Bron: Tips & Advies - Belastingen

Veranderingen inloggen Mijn Toeslagen 2024

Vanaf 1 januari 2024 kunt u alleen nog inloggen op Mijn toeslagen met de DigiD app of met een sms-controle. U kunt dan dus niet meer inloggen met alleen uw gebruikersnaam en wachtwoord. Download de DigiD app of activeer de sms-controle in Mijn DigiD. Door deze extra beveiliging zijn uw persoonlijke gegevens nog beter beschermd.

Gebruikt u op dit moment alleen gebruikersnaam en wachtwoord? U kunt nu al overstappen naar de DigiD app of sms-controle activeren

Hebt u geen mobiele telefoon, maar alleen een vaste telefoon? Geen zorgen. Ook met een vaste telefoon kunt u inloggen met sms-controle.

Regelt iemand anders uw toeslagen met uw gebruikersnaam en wachtwoord? Regel dan een DigiD machtiging zodat deze persoon u ook na 1 januari kan blijven helpen

Belastingtips voor de dga

Volgend jaar worden er een aantal fiscale wijzigingen doorgevoerd. Hieronder geven wij een aantal tips voor de ondernemer met een eigen BV, waarmee je dit jaar nog belasting kunt besparen. Neem gerust contact met ons op indien je meer informatie wilt over deze eindejaarstips.

1. Investeren en tijdelijk willekeurig afschrijven in 2023

In 2023 kun je bij veel nieuwe investeringen een deel van de kosten versneld afschrijven. Dit heet willekeurig afschrijven. Je mag dan eenmalig tot maximaal 50% van het investeringsbedrag - min de restwaarde - aftrekken van je winst in 2023. De andere 50% schrijf je op de normale manier af vanaf het moment dat je de investering in gebruik neemt.

Het voordeel van deze versnelde afschrijving in 2023 is dat je direct belasting bespaart doordat het jouw winst verlaagt. Maar wat je nu versneld afschrijft, kun je in de volgende jaren niet meer doen. Dat betekent dat je dan vaak (meer) belasting betaalt. Het is dus niet altijd voordelig. Verwacht je de komende jaren meer winst te gaan maken, dan is het beter om nu niet willekeurig af te schrijven.

Als je nog wilt profiteren van deze regeling in 2023, moet je dit jaar nog een investeringsverplichting aangaan. Deze mogelijkheid vervalt namelijk vanaf 1 januari 2024. Heb je de investering in 2023 nog niet in gebruik genomen? Overweeg dan om het bedrag van de versnelde afschrijving al aan te betalen, anders kun je deze regeling niet toepassen.

2. Investeer nog in 2023 energiezuinig

Vanaf 2024 zal de Energie-investeringsaftrek (EIA) dalen van 45,5% naar 40%. Overweeg je binnenkort te investeren in een apparaat dat op de energielijst staat? Het is slim om dit nog in 2023 te doen om het extra belastingvoordeel van 5,5% te halen. Je kunt bijvoorbeeld dit jaar nog een order plaatsen. Geef dit dan ook tijdig aan ons door, want we moeten dit binnen 3 maanden melden bij RVO.

3. Nog in 2023 dividend uitkeren, of juist niet?

Als je als directeur-grootaandeelhouder (dga) een flinke som geld nodig hebt, kan het slim zijn om dit jaar nog een groot bedrag aan dividend uit te laten keren door je BV. Nu geldt er namelijk een vast tarief van 26,9% voor inkomsten uit een aanmerkelijk belang. Maar vanaf 2024 zal dit tarief progressief worden. Voor het eerste deel van €67.000 wordt een tarief van 24,5% toegepast. Maar voor hogere bedragen zal je als dga waarschijnlijk 31% of zelfs 33% moeten betalen (afhankelijk van een aangenomen motie).

Enkele aandachtspunten:

  • Als je een schuld hebt bij je BV van meer dan € 700.000, kun je middels een dividenduitkering (een gedeelte van) de schuld aflossen. Je wordt dan niet extra belast met een extra fictief dividend zoals genoemd wordt bij punt 5.
  • Je BV mag alleen dividend uitkeren als het eigen vermogen groter is dan de wettelijke reserves. Daarnaast moet je BV na de dividenduitkering nog steeds in staat zijn om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen.
  • Een dividenduitkering kan ervoor zorgen dat je vermogen in box 3 te hoog wordt. Zie voor meer informatie punt 4.

4. Optimaliseer je box 3 vermogen

Voor de belastingaangifte is 1 januari de peildatum voor het vermogen in box 3. Box 3 bestaat uit het geld op je bank- en spaarrekeningen, de waarde van beleggingen en een tweede huis. Als je meer bezit dan de vrijstelling, moet je belasting betalen over dat extra bedrag. De vrijstelling is € 57.000 per persoon. Er zijn manieren om die belasting te verminderen of zelfs te voorkomen, afhankelijk van hoeveel je hebt en wat voor bezittingen je hebt.

Een manier om je vermogen te verlagen is door te schenken of een lijfrente op te zetten. Schenken aan kinderen mag in 2023 tot € 6.035 belastingvrij. Ook kun je je vermogen onderbrengen in een andere box. Door bijvoorbeeld een belegging in je bv onder te brengen.

5. Los je schuld aan je BV af

Dit jaar is de wet excessief lenen ingegaan. Dit houdt in dat je als dga niet eindeloos geld mag lenen van je BV. Leen je als dga (samen met je partner) meer dan € 700.000 van je BV, dan moet je over het meerdere belasting gaan betalen. Het meerdere wordt namelijk aangemerkt als fictieve winstuitdeling. Het wordt dan op dezelfde manier belast als een dividenduitkering in box 2.

In een dergelijk geval kan het slim zijn om een deel van die schuld aan de BV te herfinancieren. Bijvoorbeeld door een lening bij een bank af te sluiten.

Leningen voor je eigen woning tellen niet mee als schuld, indien er bij de BV een hypotheekrecht op rust of als deze leningen al bestonden op 31 december 2022.

Naar alle waarschijnlijk wordt de drempel volgend jaar verlaagd naar € 500.000. Als peildatum geldt 31 december. Heb je dit jaar een schuld aan je bv van minder dan € 700.000, maar meer dan € 500.000 kan het verstandig zijn om vanwege de tariefwijziging volgend jaar in box 2 (punt 3) nu al maatregelen te nemen.


Bekijk hier ons nieuwsarchief